Home Actueel
  1. De niet-herkende LVB’er: risico’s in het strafproces

De niet-herkende LVB’er: risico’s in het strafproces

Ruim een derde van de justitiabelen heeft waarschijnlijk een licht verstandelijke beperking (LVB). Marigo Teeuwen (MT) bestudeert onder meer de kwetsbaarheid van deze groep mensen en het recidiverisico na de ZSM-procedure (Zorgvuldig, Snel en op Maat). Robin Kranendonk (RK) onderzoekt de invloed van verhoormethoden op de inhoud van verklaringen, in het bijzonder bij LVB’ers.

'LVB’ers zeggen sneller ja, ze willen anderen pleasen'

Wat is precies een licht verstandelijke beperking?
MT: ‘We spreken van een LVB bij een IQ-score tussen de 50 en 85, en wanneer iemand beperkingen heeft op het gebied van sociale, relationele en/of communicatieve vaardigheden. Vaak kan iemand ook niet zelfstandig beslissingen nemen. De beperkingen zijn ontstaan vóór het achttiende jaar.’

Vermoedelijk hebben veel justitiabelen een LVB. Toch wordt dit vaak niet herkend.
MT: ‘LVB’ers kunnen met hun gedrag veel verbloemen en ze nemen makkelijk gedrag over van anderen. Daarom herkennen veel mensen en ook professionals binnen het justitiële apparaat deze groep nog onvoldoende. Het belletje rinkelt nog te weinig.’
RK: ‘Wanneer LVB’ers in een situatie terechtkomen die ze niet begrijpen, kunnen ze zich bijvoorbeeld recalcitrant of agressief opstellen omdat ze zich verbaal en emotioneel niet goed kunnen uitdrukken. Deze houding wordt vaak verkeerd begrepen, bijvoorbeeld als niet-meewerkend. We krijgen signalen dat professionals er soms pas na meerdere veroordelingen achter komen dat iemand een verstandelijke beperking heeft, pas nadat er een uitgebreider onderzoek met een IQ-test is gedaan.’

Hoe komt het dat men niet sneller ziet dat er ‘iets aan de hand’ is?
MT: ‘Verschillende issues spelen een rol, waaronder een buitengerechtelijke afdoening als de ZSM-procedure. Hierbij is weinig contact met de verdachte en de aandacht is vooral gericht op waarheidsvinding. Door tijdsdruk ligt de focus minder op de achtergrond van waaruit het delict is gepleegd.’
RK: ‘Ook bij zwaardere delicten blijft het lastig. Omdat mensen met een LVB vaak goed geoefend zijn in het verbergen van hun beperking(en) is het moeilijk te herkennen. Er zijn wel gespecialiseerde rechercheurs voor het verhoren van kwetsbare verdachten en getuigen.’
MT: ‘Een LVB’er kan verraderlijk gewoon overkomen.’
RK: ‘Daar komt bij dat LVB een verzamelnaam is voor uiteenlopende gedragskenmerken en beperkingen. Er is vaak sprake van gecombineerde psychische problematiek, waardoor de specifieke diagnose lastig te stellen is. Het stellen van diagnoses is ook niet de directe taak van verhoorders, maar zij moeten wel de aandachtpunten weten om hier tijdens het verhoor juist op in te kunnen spelen.’

Stel dat een LVB niet wordt opgemerkt tijdens het politieverhoor, wat zijn dan de gevolgen?
RK: ‘LVB’ers zeggen sneller ja, ze willen anderen 'pleasen' en geven bijvoorbeeld sociaal wenselijke antwoorden. Suggestieve vragen kunnen leiden tot bronverwarring: de verdachte kan niet meer onderscheiden of deze iets zelf heeft waargenomen of dat de informatie van iemand anders komt. Dat kan leiden tot onjuiste verklaringen of valse bekentenissen. Elke verdachte is kwetsbaar, maar voor de groep met psychische problematiek geldt dat eens te meer. Bovendien is het de vraag of LVB’ers begrijpen wat hun rechten zijn en wat er precies gaat gebeuren. Het is dus heel belangrijk om goed te communiceren met deze groep, eventueel met visuele ondersteuning.’
MT: ‘Als de LVB niet wordt opgemerkt en er bij een sanctie of maatregel geen of onvoldoende rekening wordt gehouden met deze beperking, is het denkbaar dat de achterliggende oorzaken ook niet (goed) worden aangepakt. Terwijl eigenlijk de hulpverlening op gang zou moeten komen. Dit kan het risico op recidive weer verhogen.’

Wat zou er kunnen verbeteren op dit gebied?
RK: ‘In mijn promotieonderzoek richt ik mij op het ‘herkennen’ van deze kwetsbare groep door de politie, het OM en de advocatuur. Daarnaast verdiep ik mij onder meer in de gebruikte methoden en technieken in het verhoor van LVB’ers.’
MT: ‘We weten nu nog niet welke gevolgen contact met het strafrecht heeft voor de levensloop van deze specifieke groep. Ook weten we niet in welke mate de maatregelen en straffen effectief zijn. Het zou mooi zijn als we meer kunnen inspelen op de behoeften en mogelijkheden van LVB’ers.’

Publicatiegegevens en verder lezen

Kranendonk, P.R. (2017) Verdachten met een LVB in het politieverhoor. De invloed van verhoormethoden op de inhoud van verklaringen. Justitiële Verkenningen, 43 (6), p. 74-91.
Teeuwen, M. (2017) LVB-jongeren in de ZSM-procedure. Over kwetsbaarheid en recidiverisico. Justitiële Verkenningen, 43 (6), p. 92-106.

drs. Marigo Teeuwen

Onderzoeker

Robin Kranendonk MSc

PhD

Deel dit artikel

Actuele berichten